Voor de volgende zorgactiviteiten gelden specifieke omschrijvingen en/of aanvullende registratievoorwaarden.
1. Polikliniekbezoek (190007, 190008, 190013, 190060, 190063, 090613 en 090614)
Bij een ‘eerste polikliniekbezoek’ (190007, 190060 en 090613) en bij een ‘herhaal-polikliniekbezoek’ (190008, 190013 en 090614) moet sprake zijn van:
-
– face-to-face contact tussen patiënt en poortspecialist, SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, interventieradioloog, klinisch geneticus, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant en;
-
– ‘hulp door of vanwege het ziekenhuis’ (waarbij de locatie (polikliniek, SEH, buitenpolikliniek, verpleeghuis) in onderhandeling tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder overeengekomen kan worden).
De volgende zorgactiviteiten kunnen niet worden aangemerkt als een polikliniekbezoek:
-
– medische keuring;
-
– intercollegiaal consult;
-
– medebehandeling van een klinische patiënt;
-
– overname van een klinische patiënt;
-
– intake gesprek voor een (klinische) opname;
-
– enkel uitvoeren van een vooraf ingeplande verrichting zonder een consult;
-
– consult of spreekuur met een groep patiënten;
-
– diagnostiek (zoals laboratorium- of röntgenonderzoeken) op verzoek van derden (bijvoorbeeld huisarts);
-
– telefonisch consult.
Een polikliniekbezoek is één bezoek, ongeacht de tijdsduur van het bezoek en ongeacht de inhoud van het bezoek. Bij meerdere polikliniekbezoeken op één kalenderdag dient er sprake te zijn van afzonderlijke (niet aansluitende) consulten. Als er meerdere zorgvragen tijdens één consult worden besproken, of wanneer meerdere patiënten aanwezig zijn tijdens één consult, mag slechts één polikliniekbezoek worden vastgelegd.
Een polikliniekbezoek mag niet tijdens een dagverpleging, langdurige observatie zonder overnachting of verpleegdag (klinische opname) worden geregistreerd, tenzij er sprake is van een herhaal-polikliniekbezoek (190013) voor een ander specialisme tijdens een niet geplande klinische opname, dat vóór de opname al is ingepland.
2. Eerste polikliniekbezoek (190007,190060 en 090613)
Een polikliniekbezoek waarbij een patiënt voor de eerste keer voor een nieuwe zorgvraag een poortspecialist, SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, interventieradioloog, klinisch geneticus, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant consulteert. Dit houdt in dat eenmaal per zorgtraject een eerste polikliniekbezoek mag worden vastgelegd.
Deze raadpleging is gericht op het vaststellen van een diagnose en het geheel van maatregelen dat moet worden genomen om een veronderstelde of bestaande ziekte en de bijbehorende gezondheidsklacht(en) te behandelen.
3. Herhaal-polikliniekbezoek (190008, 190013 en 090614)
Een polikliniekbezoek waarbij een patiënt in herhaling (niet voor de eerste keer) voor een zorgvraag een poortspecialist, SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, interventieradioloog, klinisch geneticus, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant consulteert. Deze raadpleging is gericht op het vaststellen en/of uitvoeren van maatregelen om een veronderstelde of bestaande ziekte en de bijbehorende gezondheidsklacht(en) te behandelen.
4. Groepsconsult tussen beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitoefent en patiënt waarbij meerdere patiënten aanwezig zijn (190040)
Dit gezamenlijk consult wordt gehouden in plaats van een regulier consult tussen de patiënt en de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert. Deze activiteit kan niet naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.
5. Intensief consult ten behoeve van zorgvuldige afweging behandelopties (190063)
Intensief consult tussen poortspecialist en patiënt met een hoge ouderdom of een beperkte levensverwachting, vanwege (combinaties van) infauste prognose, multimorbiditeit, ernstige fysieke en/of cognitieve beperkingen. Dit intensieve consult is bedoeld om samen met de patiënt en eventueel de sociale omgeving van de patiënt (op basis van ‘shared decision making’) de overwegingen van de patiënt te bespreken over het al dan niet staken of starten van een curatieve of levensverlengende behandeling.
Dit consult kan worden geregistreerd als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
– Er is sprake van face-to-face contact tussen patiënt en poortspecialist (niet zijnde arts-assistent).
-
– Er is sprake van een consult van minimaal 30 minuten direct patiëntgebonden tijd.
-
– Dit gesprek wordt binnen enkele weken opgevolgd door een regulier consult om te komen tot een afgewogen besluit, tenzij de patiënt in de tijd tussen het intensieve consult en het reguliere consult komt te overlijden.
-
– Er dient op verifieerbare wijze uit het medisch dossier zijn te herleiden welke opties van wel en niet behandelen zijn voorgelegd.
-
– Dit consult en de uitkomst wordt ten minste ook schriftelijk teruggekoppeld aan de huisarts.
Deze activiteit kan niet naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.
6. Ambulante behandeldag GRZ (194805)
Een controlebezoek of een beperkt aantal uren durende vorm van (groeps-)behandeling in een zorginstelling, waarbij de patiënt geen gebruik maakt van verblijfsfaciliteiten. De ambulante behandeldag is gepland en noodzakelijk in het kader van het revalidatiebehandelplan van de specialist ouderengeneeskunde. De behandeling vindt plaats in aansluiting op een intramurale opname of dagbehandeling.
Per dag dat de patiënt ambulant wordt behandeld, wordt één zorgactiviteit ambulante behandeldag GRZ geregistreerd. Naast de ambulante behandeldag moet de patiëntgebonden behandeltijd van minimaal twee verschillende behandeldisciplines vastgelegd worden. Indien op de betreffende dag geen behandeling plaatsvindt door twee of meer verschillende behandeldisciplines mag de zorgactiviteit niet geregistreerd worden.
7. Screen-to-screen beeldcontact ter vervanging van een fysiek herhaalconsult (190019)
Een consult waarbij een patiënt in herhaling (niet voor de eerste keer) voor een bestaande zorgvraag een poortspecialist of SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant consulteert middels een video verbinding. Dit consult dient ter vervanging van een face-to-face herhaalpolikliniekbezoek.
8. Teleconsult (190025)
Een consult, m.u.v. screen-to-screen beeldcontact (190019), waarbij een patiënt in herhaling (niet voor de eerste keer) voor een bestaande zorgvraag een poortspecialist of SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant consulteert op afstand.
9, Dagverpleging (190030 en 190090)
Een aantal uren durende vorm van verpleging óf vorm van verpleging én behandeling, in het algemeen voorzienbaar en noodzakelijk in verband met het op dezelfde dag plaatsvinden van een medisch specialistisch(e) onderzoek of behandeling waarbij de verpleging plaatsvindt op een voor dagverpleging ingerichte afdeling. Er kan maximaal één dagverpleging per specialisme per kalenderdag worden vastgelegd. Een dagverpleging mag niet op dezelfde kalenderdag als een verpleegdag worden geregistreerd.
10. Langdurige observatie zonder overnachting (190091)
Een niet geplande vorm van verpleging, met als doel observatie van de patiënt, op een voor verpleging ingerichte afdeling. Elke observatie omvat ten minste een systematische controle van de conditie van de patiënt op bepaalde parameters zoals bewustzijn, bloeddruk of lichaamstemperatuur. Deze controles dienen bij herhaling respectievelijk meerdere keren met tussenpozen plaats te vinden. Het doel van de observatie is het bepalen van het verdere medische beleid en moet te herleiden zijn uit het medisch dossier. Een langdurige observatie duurt minimaal vier aaneengesloten uren.
Een langdurige observatie zonder overnachting mag niet op dezelfde kalenderdag als een dagverpleging of verpleegdag (klinische opname) worden geregistreerd.
11. Intensieve, niet-electieve en langdurige kindergeneeskundige zorg met thuisovernachting (190296)
Intensieve, niet-electieve en langdurige kindergeneeskundige zorg met thuisovernachting (190296) kan worden vastgelegd onder de volgende voorwaarden:
-
– Er is sprake van een opname van minimaal 6 uur op een voor verpleging ingerichte afdeling.
-
– Er sprake van continue verpleegkundige zorg.
Van deze voorwaarden kan worden afgeweken als hierover een contractuele overeenstemming is tussen de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar.
12. Klinische opname (190021)
De aanvang van een verblijf in een erkende instelling op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. Bij een onderbreking van de opnameduur (bijvoorbeeld door (een) afwezigheidsdag(en)) kan slechts één ‘klinische opname’ (190021) worden geregistreerd. Interne verplaatsingen worden niet als nieuwe opnamen gerekend.
Overplaatsing naar een ander ziekenhuis wordt wel als een nieuwe opname voor het opnemende ziekenhuis gerekend.
13, Verpleegdag (190200, 190218, 194804 en 231902)
Een verpleegdag is een te registreren kalenderdag bij verpleging op een voor verpleging ingerichte afdeling, die deel uitmaakt van een periode van verpleging (welke minimaal één overnachting omvat). Deze periode loopt vanaf de opname tot en met ontslag, waarbij de dag van opname (mits deze heeft plaatsgevonden vóór 20:00 uur) en de dag van ontslag beide aangemerkt worden als een te registreren kalenderdag.
De voorwaarde ‘overnachting’ geldt niet bij een definitieve overname door een andere instelling op dag van opname, of bij overlijden van de patiënt op dag van of de dag na opname.
14. Verpleegdag instelling voor geriatrische revalidatiezorg bij ziekenhuisindicatie (190089)
Registratie eenheid voor een verpleegdag in een instelling voor geriatrische revalidatiezorg bij een ziekenhuisindicatie. Deze zorgactiviteit kan worden vastgelegd indien een patiënt in een instelling voor geriatrische revalidatiezorg verblijft, maar de overdracht van de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert naar de specialist ouderengeneeskunde nog niet heeft plaats gevonden. De instelling voor medisch specialistische zorg registreert deze zorgactiviteit naast een reguliere verpleegdag als onderdeel van het medisch specialistische behandeltraject.
15, Afwezigheidsdag (190034 en 194809)
De kalenderdag volgend op de nacht waarin de patiënt niet in het ziekenhuis/verpleeghuis verblijft wordt aangemerkt als afwezigheidsdag, indien geen sprake is van definitief ontslag. Het betreft een geplande afwezigheid van ten hoogste drie dagen, waarbij iedere kalenderdag waarop de patiënt niet in het ziekenhuis/verpleeghuis verblijft geregistreerd wordt als zijnde afwezigheidsdag. Het is niet toegestaan om voor één kalenderdag zowel een afwezigheidsdag als een verpleegdag te registreren.
Afwezigheidsdagen (190034) volgend op een preoperatieve screening worden niet als afwezigheidsdag (of verpleegdag) aangemerkt. Indien geen terugkeer naar de instelling plaatsvindt tijdens of na afwezigheidsdagen vervalt de mogelijkheid om hiervoor een afwezigheidsdag te registreren.
16. Obstetrische high care (190219)
Deze zorgactiviteit kan enkel worden vastgelegd door instellingen die vanuit het planningsbesluit van de minister toestemming hebben gekregen om een OHC-unit inclusief NICU te exploiteren.
17. Afrondingsregel MSRZ (190877 t/m 190977) en GRZ (194815 t/m 194842)
Voor deze zorgactiviteiten is de afrondingsregel van toepassing. Per toegestane discipline zijn zorgactiviteiten gedefinieerd op basis van tijdseenheden van vijf minuten. De officiële afrondingsregel bij tijdsregistratie per vijf minuten is:
-
– minder dan de helft van het verschil tussen twee opeenvolgende stappen: naar beneden afronden;
-
– gelijk of meer dan de helft: naar boven afronden.
Als sprake is van een tijdsbesteding van minder dan vijf minuten, dan wordt hiervoor geen zorgactiviteit vastgelegd.
18. Cochleaire implantaten (pre-)implantatie (031903 en 031905)
Een zorgactiviteit ‘Cochleaire implantaten (pre-)implantatie bij volwassenen’ (031903) en ‘Cochleaire implantaten (pre-)implantatie bij kinderen’ (031905) mag uitsluitend door één zorgaanbieder worden geregistreerd op de dag van implantatie.
19. Nazorg cochleaire implantaten (031904 en 031906)
Een zorgactiviteit ‘cochleaire implantaten nazorg volwassenen’ (031904) en ‘cochleaire implantaten nazorg kinderen’ (031906) mag uitsluitend door één zorgaanbieder eenmaal per 120 dagen worden geregistreerd op de dag van een polikliniekbezoek of een consult door de audioloog.
20. Initiële screening voorbereidend onderzoek orgaantransplantatie ontvanger (039180)
Deze zorgactiviteit mag door één hoofdbehandelaar binnen één instelling die de voorbereidende onderzoeken uitvoert eenmaal per ontvanger per beoogde wachtlijstplaatsing worden vastgelegd op de dag van het eerste face-to-face contact met de ontvanger in het kader van deze fase.
21. Initiële screening besluitvormend orgaantransplantatie ontvanger (039181)
Deze zorgactiviteit mag per ontvanger eenmaal per beoogde wachtlijstplaatsing per transplantatie worden vastgelegd door één hoofdbehandelaar in één transplantatiecentrum die de beoordeling en besluitvorming uitvoert binnen de initiële screening van de ontvanger.
22. Screening patiënten wachtlijst orgaantransplantatie ontvanger (039191)
Deze zorgactiviteit mag per transplantatie eenmaal per 120 dagen dat de ontvanger op de wachtlijst staat worden vastgelegd door één hoofdbehandelaar in één transplantatiecentrum die de periodieke controles uitvoert.
23. Operatieve fase orgaantransplantatie ontvanger (039192)
Deze zorgactiviteit mag per ontvanger eenmaal per transplantatieoperatie worden vastgelegd door één hoofdbehandelaar in één transplantatiecentrum die de transplantatieoperatie uitvoert.
24. Nazorg met specifieke controles orgaantransplantatie ontvanger (039351)
Deze zorgactiviteit mag in het 1e jaar van de nazorg na de transplantatie maximaal eenmaal per 120 dagen binnen maximaal 3 subtrajecten per transplantatie worden vastgelegd door één hoofdbehandelaar in één transplantatiecentrum.
25. Nazorg regulier orgaantransplantatie ontvanger (039350)
Deze zorgactiviteit mag worden vastgelegd door één hoofdbehandelaar binnen één instelling maximaal eenmaal per 120 dagen per transplantatie. Deze activiteit mag niet gelijktijdig worden geregistreerd in een transplantatiecentrum waar gedurende het eerste jaar nazorg na de transplantatie wordt geleverd.
26. Initiële screening voorbereidend onderzoek orgaantransplantatie donor (039182)
Deze zorgactiviteit mag per donor per beoogde orgaan uitname door één hoofdbehandelaar in één instelling worden vastgelegd op de dag van het eerste face-to-face contact in het kader van de orgaantransplantatieprocedure.
27. Initiële screening besluitvormend orgaantransplantatie donor (039183)
Deze zorgactiviteit mag per donor per beoogde orgaan uitname door één hoofdbehandelaar in één transplantatiecentrum die de beoordeling en besluitvorming uitvoert voor de initiële screening van de donor in het kader van de orgaantransplantatieprocedure.
28. Operatieve fase orgaantransplantatie donor (039193)
Deze zorgactiviteit mag per donor eenmaal per orgaan uitname door één hoofdbehandelaar in één instelling die de operatie uitvoert worden vastgelegd.
29. Nazorg regulier orgaantransplantatie donor (039352)
Deze zorgactiviteit mag maximaal eenmaal per 120 dagen per transplantatie worden vastgelegd door één hoofdbehandelaar in één instelling.
30. Transplantatieteambespreking (039230)
Een bespreking van een ontvanger of donor in een instelling met een WBMV-vergunning voor de transplantatiezorg door het multidisciplinaire transplantatieteam waarbij systematisch de diagnostiek en het behandelplan van één ontvanger of donor wordt besproken en vastgelegd en de besluitvorming ten aanzien van de transplantatiebehandeling plaats vindt. Deze activiteit wordt eenmaal per transplantatieteambespreking vastgelegd.
31. Expertise op afstand voor transplantatiezorg bij kinderen (192110)
Advies van transplantatiecentrum ten behoeve van de eigen patiënt aan niet-transplantatiecentrum gericht op de beoordeling van uitslagen van de uitgevoerde onderzoeken en/of in te zetten behandeling. Dit advies kan worden geregistreerd als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
– Er is sprake van een eigen patiënt.
-
– Er is sprake van een tijdsbesteding van minimaal 30 minuten direct patiëntgebonden tijd.
-
– Er dient op verifieerbare wijze in het medisch dossier te zijn te herleiden welke uitslagen zijn beoordeeld en/of behandelopties zijn geadviseerd.
-
– Het advies wordt tenminste ook schriftelijk teruggekoppeld aan het niet-transplantatiecentrum.
32. Nazorg stamceltransplantaties (192079, 192080, 192087, 192098)
Een zorgactiviteit ‘post-transplantatietraject’ (192079, 192080, 192087 en 192098) na stamceltransplantatie mag uitsluitend door één zorgaanbieder gedurende maximaal 3 subtrajecten na een transplantatie worden geregistreerd tijdens het eerste face-to-face contact in het kader van de nazorg.
33. Modulen complex chronisch longfalen (193200 t/m 193294)
De DBC-zorgproducten voor de long/astma centra kenmerken zich door de modulaire systematiek, welke een separaat ontwikkeltraject hebben doorlopen. De modulen (gebaseerd op de geprotocolleerde behandelprogramma’s) zijn de eenheden (zorgactiviteiten) waarin de behandelingen worden gepland, uitgevoerd en vastgelegd. De keuzes in de behandeling worden zichtbaar in de registratie van de modulen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in basismodulen (het gemeenschappelijk deel van de behandeling) en aanvullende modulen (patiënt specifieke behandeling op basis van inclusiecriteria).
34. Patiëntgebonden behandeltijd (190877 t/m 190977 en 194815 t/m 194842)
De (directe en indirecte) patiëntgebonden behandeltijd voor een (medisch specialistische of geriatrische) revalidant, in het kader van een op te stellen (uit te voeren) behandelplan voor een revalidant. Onder revalidant kan eveneens worden verstaan een persoon die de patiënt vertegenwoordigt, bijvoorbeeld een lid van het patiëntsysteem (partner, familie etc.). De patiëntgebonden behandeltijd wordt per tijdseenheid van 5 minuten door de behandelaar vastgelegd.
35. Comprehensive Geriatric Assessment (CGA) (039577, 039579 en 039581)
Het Comprehensive Geriatric Assessment omvat diagnostische en therapeutische aspecten conform de richtlijn CGA door de Nederlandse vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG). De zorgactiviteiten 039577 en 039581 kunnen naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd. Zorgactiviteit 039579 wordt vastgelegd in het vervolg subtraject nadat een CGA in een eerder stadium is uitgevoerd.
36. Hartteambespreking (039679)
Een bespreking van een patiënt in een instelling met een WBMV-vergunning voor cardiochirurgie en interventiecardiologie, waarbij de gegevens van de patiënt via tertiaire verwijzing worden aangeboden, met als doel te beoordelen welke patiënt welke ingreep moet ondergaan. Het gaat om een patiënt die niet onder behandeling is bij het specialisme waar de patiënt besproken wordt. Het betreft besprekingen in het kader van cardiochirurgie, interventiecardiologie en electrofysiologie.
37. Longteambespreking (039580)
Een bespreking van een patiënt in een instelling met een WBMV-vergunning voor cardiopulmonale chirurgie, waarbij de gegevens van de patiënt via tertiaire verwijzing worden aangeboden, met als doel te beoordelen welke patiënt welke ingreep moet ondergaan.
Het gaat om een patiënt die niet onder behandeling is bij het specialisme waar de patiënt besproken wordt. Het betreft besprekingen in het kader van cardiopulmonale chirurgie en longgeneeskunde.
38. Preassessment (039696)
Een preoperatief onderzoek, uitgevoerd door een anesthesist, met als doel voorafgaand aan een ingreep een risico inventarisatie van de patiënt uit te voeren en daarmee risico reductie te bewerkstelligen bij patiënten die in dagverpleging of in klinisch setting worden geopereerd. Deze activiteit maakt onderdeel uit van het zorgprofiel van de operateur. Deze activiteit kan niet naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.
39. Klinisch peri-operatieve zorg (039693)
Preoperatief onderzoek, peri-operatieve begeleiding en postoperatieve zorg door een cardioloog of een longarts. Een cardioloog kan deze zorgactiviteit registreren tijdens de opname van een cardiochirurgische patiënt in een instelling met een WBMV-vergunning voor cardiochirurgie en interventiecardiologie. Dit mag alleen in combinatie met een hartoperatie. Dit behandelingstraject vindt plaats in nauwe samenwerking met de thoraxchirurg.
Een longarts kan deze zorgactiviteit registreren tijdens de opname van een oncologisch chirurgische patiënt in een instelling. Dit kan alleen in combinatie met een oncologische longoperatie. Dit behandelingstraject vindt plaats in nauwe samenwerking met de chirurg.
40. Multidisciplinair overleg (190005)
Een multidisciplinaire bespreking tussen minimaal drie beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren en/of ondersteunende specialisten van drie verschillende AGB-specialismen waarbij systematisch de diagnostiek en het behandelplan van één patiënt wordt besproken en vastgelegd. Deze activiteit kan door iedere betrokken beroepsbeoefenaar worden vastgelegd en maakt onderdeel uit van het DBC-zorgproduct van de hoofdbehandelaar, behorende bij de zorgvraag die wordt besproken in de multidisciplinaire bespreking. Per multidisciplinair overleg mag deze zorgactiviteit slechts eenmaal per specialisme geregistreerd worden.
41. Overleg palliatieve zorg (190006)
Een bespreking van de palliatieve zorg van een patiënt door een palliatief team, bestaande uit minimaal twee poortspecialisten.
42. Multidisciplinair consult (190010)
Een polikliniekbezoek, waarbij sprake is van een face-to-face contact tussen patiënt en minimaal twee beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren en/of ondersteunende specialisten van verschillende AGB-specialismen. Deze activiteit kan door iedere betrokken beroepsbeoefenaar worden vastgelegd en maakt onderdeel uit van het DBC-zorgproduct van de hoofdbehandelaar. De hoofdbehandelaar mag naast deze activiteit een polikliniekbezoek vastleggen in zijn DBC-zorgproduct. Per multidisciplinair consult mag deze zorgactiviteit slechts eenmaal per specialisme geregistreerd worden.
43. Spoedeisende hulp contact op de SEH-afdeling (190015)
Een face-to-face contact tussen een patiënt en poortspecialist, SEH-arts KNMG, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant in het kader van een acute zorgvraag op de spoedeisende hulp. Deze activiteit kan naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.
44. Spoedeisende hulp contact buiten de SEH-afdeling, elders in het ziekenhuis (190016)
Een face-to-face contact tussen een patiënt en poortspecialist, SEH-arts KNMG, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant in het kader van een acute zorgvraag op een andere afdeling dan de spoedeisende hulp. Deze activiteit kan naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.
45. Klinisch intercollegiaal consult (ICC) (190009)
Een diagnostisch of screenend contact van een medisch specialist (of arts-assistent) die de poortfunctie uitvoert op verzoek van de hoofdbehandelaar met een patiënt tijdens een klinische opname voor een ander specialisme.
46. Medebehandeling (190017)
Er is sprake van medebehandeling wanneer een medisch specialist (of arts assistent) die de poortfunctie uitvoert een patiënt, op verzoek van een ander poortspecialisme tijdens een klinische opname, voor een eigen zorgvraag gaat behandelen. Deze zorgactiviteit kan per consult in het kader van medebehandeling worden vastgelegd.
47. Analyse behandeladvies en/of behandeling elders opgesteld en/of uitgevoerd, in het kader van een second opinion (190022)
Een polikliniekbezoek, waarbij sprake is van een face-to-face contact tussen een patiënt en poortspecialist of arts-assistent, in het kader van een beoordeling van een door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert gestelde diagnose/voorgestelde behandeling door een tweede onafhankelijke medisch specialist of arts-assistent die werkzaam is op hetzelfde specialisme/vakgebied als de eerste geconsulteerde beroepsbeoefenaar in een andere instelling of als solist. Deze activiteit kan naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.
48. Follow-up neonatale IC (190049)
Een polikliniekbezoek in het kader van protocol neonatologie (langdurige nacontrole van een neonaat met een NICU voorgeschiedenis), waarbij sprake is van een face-to-face contact tussen patiënt en poortspecialist (of arts-assistent), in het kader van langdurige nacontrole van een neonaat met een NICU voorgeschiedenis. Er kan geen polikliniekbezoek naast deze activiteit worden geregistreerd.
49. Follow-up pediatrische IC (190029)
Een polikliniekbezoek, waarbij sprake is van een face-to-face contact tussen patiënt en poortspecialist (specialist of arts-assistent), in het kader van langdurige nacontrole van een patiënt met een PICU voorgeschiedenis. Er kan geen polikliniekbezoek naast deze activiteit worden geregistreerd.
50. Coördinatie bij hart- of longrevalidatie (039898)
Deze zorgactiviteit betreft een multidisciplinair overleg tussen een cardioloog of longarts en één of meerdere andere zorgaanbieders. Deze zorgactiviteit mag eenmaal per overleg worden vastgelegd in het subtraject dat wordt uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van een cardioloog of longarts.
51. Intakecontact (193126)
Individuele intake voor enkel- of meervoudige hartrevalidatie, bestaande uit een intakegesprek en een inspanningstest.
52. Informatiemodule (193127)
Informatiemodule voor het enkel- of meervoudige hartrevalidatie/longrevalidatie programma. De module bestaat uit vier informatiesessies door respectievelijk een cardioloog/longarts, een psycholoog, een diëtist en een maatschappelijk werker of verpleegkundige, voor een groep patiënten.
53. Behandelmodule FIT met minder dan tien sessies (193128) of (meer dan) tien sessies (193129)
De bewegingsmodule FIT van het enkel- of meervoudige longrevalidatieprogramma bestaat uit een aantal sessies van ieder minimaal vijf kwartier onder begeleiding van minimaal twee fysiotherapeuten met optionele inspanningstest.
54. Behandelsessie FIT – in het kader van FIT module hartrevalidatie (193140)
De behandelsessie FIT van het hartrevalidatieprogramma bestaat uit een groepssessie van minimaal 1 uur, waarbij minimaal één erkend HR fysiotherapeut per vijf patiënten aanwezig is
55. Behandelsessie PEP – in het kader van PEP module hartrevalidatie (193141)
De behandelsessie PEP van het hartrevalidatieprogramma bestaat uit een sessie van minimaal twee uur in groepsverband, gericht op gedragsverandering onder begeleiding van een daartoe geschoolde deskundige op het gebied van motivational interviewing.
56. Algehele anesthesie bij specialistisch onderzoek en bij verrichtingen, waarvoor geen anesthesie staat vermeld (039090)
Als deze zorgactiviteit wordt uitgevoerd binnen DBC-zorgproducten voor kindergeneeskunde longgeneeskunde (zorgproductgroep 990616) geldt dat deze zorgactiviteit alleen mag worden vastgelegd als er een CT-scan, MRI-scan of een PET-scan van de thorax of luchtwegen onder totale narcose wordt uitgevoerd.
57. Telemonitoring (039133)
Het betreft het ‘continu’ elektronisch versturen van klinische parameters (gewicht, bloeddruk etc.) door patiënten vanuit de thuissituatie aan het ziekenhuis. Het ziekenhuis analyseert deze gegevens en pleegt alleen indien noodzakelijk interventies (dagelijks (tijdens werkdagen) of 7 x 24 uur, afhankelijk van de medische noodzaak/inrichting initiatief).
58. Echografie hart door kindercardioloog of cardex (039472)
De zorgactiviteit wordt geregistreerd bij verdenking op een kindercardiologische aandoening of bij een niet complexe, niet topreferente kindercardiologische aandoening. Hierbij moet echografische beeldvorming worden uitgevoerd, geïnterpreteerd en beoordeeld. De zorgactiviteit kan alleen worden uitgevoerd door een kindercardioloog of door een kinderarts die is opgeleid in de non-invasieve kindercardiologische diagnostiek en echocardiografie en is geregistreerd bij de sectie kindercardiologie (Cardio-expert).
59. Echografie hart complex door kindercardioloog (039473)
Uitgebreide echocardiografie bij een kind met een reeds geconstateerde topreferente kindercardiologische aandoening, uitgevoerd en beoordeeld door een kindercardioloog. Er vindt gedetailleerde beeldvorming, interpretatie en verslaglegging van de cardiale anatomie en functie plaats. De duur van het echo-onderzoek is minimaal 30 minuten, waarbij gebruik gemaakt wordt van technologisch geavanceerde echocardiografieapparatuur.
Onder de zorgactiviteit omschrijving ‘echografie hart complex door kindercardioloog’ vallen ook echo-onderzoeken met analyse en beoordeling van TDI, strain, en strain rate imaging, 4D-echocardiografie, contrast echocardiografie, dobutamine stress echocardiografie en echocardiografie onder sedatie bij kinderen.
60. Opvang van het kind door kinderarts bij sectio caesarea (039508)
De opvang van het kind door de kinderarts in het kader van een klinische opname voor niet-complexe zorg neonatologie.
61. Begeleiding bij chronische totale parenterale voeding (TPV) (039578)
Controle van patiënt onder 18 jaar op thuis TPV, inclusief reguliere laboratoriumcontroles door MDL-kinderarts.
62. Uitvoeren handelingsprotocol postmortaal wiegendood (039619)
De procedure volgens het handelingsprotocol na wiegendood van de landelijke werkgroep wiegendood.
63. Uitvoeren, begeleiden, interpreteren en bewaken door kinderarts subspecialist van diagnostische tests (039618, 039620, 039621, 039622, 039623, 039624 en 039630)
Deze zorgactiviteiten worden door de genoemde kinderarts-subspecialist geregistreerd bij een topreferente casus van een subspecialistische aandoening bij kinderen. Hierbij moet ingewikkelde diagnostiek worden uitgevoerd, geïnterpreteerd, beoordeeld, begeleid en/of bewaakt wat niet door een algemeen kinderarts kan worden gedaan.
Bij een niet-topreferente patiënt van het betreffende subspecialisme kan deze zorgactiviteit niet worden geregistreerd. Bij patiënten met klachten die ook door een algemeen kinderarts behandeld kunnen worden, mag deze zorgactiviteit niet geregistreerd worden.
64. Begeleiding van kinderen bij de toediening van bloedtransfusies (039626)
Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd bij begeleiding van kinderen bij toediening van bloedtransfusies door een kinderarts in samenwerking met een tertiair centrum kinderhematologie of kinderoncologie.
65. Begeleiding van patiënten met sensor (RT-CGM) ten behoeve van glucosemeting (039583)
Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd als aan de randvoorwaarden zijn voldaan zoals omschreven in het rapport ‘Continue glucose monitoring’ van het Zorginstituut.
66. Instellen of reguleren stollingsfactoren bij kinderen met ernstige stollingsstoornissen (039631)
Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd bij patiënten met een factor VIII of IX (<5%) of bij patiënten met een van Willebrand factor (<35%).
67. Instellen metabool dieet (039637)
De zorgactiviteit wordt eenmalig geregistreerd wanneer op een metabool dieet wordt overgegaan.
68. Klinisch peri-operatieve zorg longchirurgie bij kinderen in verband met congenitale longproblematiek (039695)
De zorgactiviteit wordt eenmalig per operatie geregistreerd.
69. Aansturen door kinderarts van multidisciplinair team met medisch specialisten van 3 verschillende AGB-specialismen (190003)
Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd bij het aansturen door de kinderarts van een multidisciplinair team met medisch specialisten van drie verschillende AGB-specialismen. De patiënt is door alle drie de AGB-specialismen afzonderlijk gezien en hiervan is verslag gedaan. Integratie cq. beleid op basis van de bevindingen en verslag hiervan wordt gedaan door de kinderarts.
Deze zorgactiviteit mag door de aansturende kinderarts eenmalig en niet naast de zorgactiviteit Multidisciplinair overleg (190005) worden geregistreerd voor dezelfde zorgvraag.
70. SKION stratificatie (193900 t/m 193904)
Een zorgactiviteit voor een door SKION afgegeven stratificatie licht, middel of zwaar (193900 t/m 193902) of follow up (193903) mag eenmaal per 120 dagen worden geregistreerd tijdens een face-to-face contact. Zorgactiviteit 193904 mag geregistreerd worden tijdens het eerste face-to-face contact binnen het eerste subtraject.
71. Lichttherapie, al of niet ondersteund door medicamenteuze fotosensibiliserende therapie, per behandeling (039992)
Deze zorgactiviteit mag niet in de thuissituatie geregistreerd worden. Indien een patiënt lichttherapie in de thuissituatie ontvangt, wordt zorgactiviteit 190347 geregistreerd.
72. Lichttherapie-apparaat voor UVB-thuisbelichting (190347)
Deze zorgactiviteit mag eenmalig geregistreerd worden bij uitgifte van het apparaat.